Bekende duurzame energiebronnen zijn zon, wind en water. Toch komt 60 procent van de duurzame energie die in Nederland geproduceerd wordt (2019) van biomassa. Energie uit biomassa wordt opgewekt door vooral verbranding. Biomassa bestaat uit alle materialen van plantaardige en dierlijke oorsprong, zoals hout gras en stro, handels- en voedselgewassen en reststromen daarvan, waaronder gft-afval en mest.
Weerstand tegen verbranden van biomassa
Bij verbranding van biomassa komt de door de planten opgenomen CO2 direct weer vrij. In het klimaatakkoord van Parijs is opgenomen dat verbranden van biomassa CO2-neutraal is, wanneer er in eenzelfde periode niet meer CO2 wordt uitgestoten dan door plantengroei wordt opgenomen. Op grond daarvan is uit onderhandeld dat landen dit mee kunnen tellen in de berekening van hun gerealiseerde klimaatdoelen.
Intussen is de weerstand tegen het verbranden van biomassa sterk toegenomen. Om de CO2 uitstoot terug te brengen moeten we de natuur, met name met langjarige vegetatie zoals bomen en struiken, juist zoveel mogelijk CO2 laten opnemen en vasthouden. En na decennia van groei dat hout vervolgens nog weer duurzaam gebruiken en circulair hergebruiken, zodat de opgenomen CO2 aan het einde van de levensfase van deze vegetatie nog vele decennia langer kan worden vastgehouden.
Torrefactie en vergassing als kans
In het Groene Hart hebben we niet veel bomen, maar des te meer reststromen biomassa afkomstig van snelgroeiende vegetatie: riet van de plassen, plantenmateriaal uit de glastuinbouw, uit de watergangen die schoongehouden moeten worden, van wegbermen, en compost en snoeihout. Dit materiaal wordt op allerlei manieren als afval verwerkt en is na een of enkele jaren geheel verteerd. Dan is alle opgenomen CO2 weer vrijgekomen.
Na jaren van onderzoek en experimenten is een hoogstandje van nieuwe thermische en chemische technologie ontwikkeld die deze biomassa zodanig kan voorbewerken, torreficeren genaamd, dat niet alleen de energie uit deze reststromen kan worden gehaald door synthetische vergassing tot syngas, maar bovendien de CO2 en mineralen kunnen worden vastgelegd in resistente vaste stof (biochar), die voor veel doeleinden bruikbaar is.
Zo wordt laagwaardig bio-afval omgezet tot hoogwaardig syngas, dat de bouwsteen is van groene bio-chemicaliën en brandstoffen. En levert dat een negatieve voetafdruk op: de door plantengroei opgenomen CO2 komt niet terug in de lucht, maar wordt vastgelegd!
Decentraal vergassen
Torrgreen is het bedrijf dat grote torrefactie-units maakt en nu ook kleine units heeft ontworpen voor decentrale verwerking van biomassa. Deze units kunnen worden verplaatst naar de verschillende verzamel- en opslagplaatsen, waardoor deze reststromen niet meer hoeven te worden verplaatst en versleept. Dat scheelt een factor 10 tot 30 aan transportbewegingen. Ook vergassing kan decentraal plaatsvinden en lokaal worden ingezet. Bijvoorbeeld in de warmtekrachtinstallaties van de glastuinbouw. Dat is een mooi voorbeeld van lokale duurzame circulaire energie en economie. Hier is dus sprake van een zeer unieke technologie om reststromen biomassa in het Groene Hart die nu vooral als laagwaardig afval worden verwerkt, om te zetten in producten met waarde, zowel economisch als ecologisch.
Proefopstelling in Groningen.
Samen met Torrgreen en de verschillende verwerkers van biomassa inventariseren we momenteel het soort aanbod, de hoeveelheden en locaties. Om vervolgens met elkaar te bezien op welke wijze de organisatie, logistiek en bedrijfsvoering van te torreficeren biomassa het beste kan worden georganiseerd.